Op 10 maart 2018 is de jaarlijkse taks op effectenrekeningen van natuurlijke personen in werking getreden. Deze taks is wat minder gekend onder het brede publiek gezien niet alle Belgische ingezetenen ervoor aangesproken worden. Wel vermoeden we dat de taks weinig bemind wordt door hen, die ze moeten afdragen.
Het gaat om een nieuwe vorm van belasting, opgenomen in het Wetboek Diverse rechten en taksen. Het gaat dus niet om een belasting op inkomsten, doch wel om de introductie van een belasting op het vermogen. Het is dus zonder meer mogelijk dat een beleggingsportefeuille in waarde daalt, terwijl de taks toch onverkort geheven wordt. De taks komt ook nog een keer bovenop alle andere heffingen, zoals de roerende voorheffingen, de beurstaksen etc….
De vrees is niet onterecht dat deze taks het begin vormt van een lange reeks nieuwe vormen van belasting en van belastingverhogingen op basis van het vermogen van particulieren.
De taks is van toepassing op personen, die titularis zijn van één of meer effectenrekeningen in België en/of in het buitenland, waarvan de totale gemiddelde waarde minstens 500.000 Euro bedraagt. Het gaat om effectenrekeningen, gehouden bij een tussenpersoon, waarop belastbare financiële instrumenten zijn ingeschreven.
Doorgaans zal de belasting geheven worden in hoofde van inwoners van België. Toch is het ook mogelijk dat niet-inwoners met de taks geconfronteerd worden, indien ze in België beleggingen aanhouden boven de voormelde grens van 500.000 Euro. Voor deze niet-inwoners is het uiteraard eenvoudig om zich buiten de toepassing van de taks te plaatsen door hun beleggingen naar fiscaal veiligere oorden buiten de Belgische landsgrenzen te verplaatsen.
De taks wordt berekend aan een vast tarief van 0,15 % op het totaal van de belegde gelden.
Financiële instrumenten
In de wet wordt bepaald welke financiële instrumenten onder de taks vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld over aandelen, obligaties, warrants en aanverwante. Niet elk instrument dat op een effectenrekening wordt gehouden is echter belastbaar. Eventueel moeten de beleggingen eerst opgedeeld worden tussen belastbare en niet-belastbare instrumenten. Enkel op de eerste groep moet de taks berekend worden.
Bij beleggingen bij Belgische tussenpersonen zal de opsplitsing door de tussenpersoon gedaan worden. Bij beleggingen buiten België zal de belastingplichtige zelf de opdeling moeten doen om te vermijden dat de taks op een te hoge belastbare basis berekend wordt.
Belang van de tussenpersonen
Om te taks te activeren moet in eerst orde een aangifte ingediend worden. Dit gebeurt door de rekeninghouder of door zijn tussenpersoon, zoals bepaald in het KB van 4 november 2018, dat in onlangs in werking is getreden.
Het is uiteraard veel gemakkelijker om belastingen te innen via tussenpersonen in vergelijking tot rechtstreekse inning bij de belastingplichtige zelf. De tussenpersonen zijn immers slechts schakels in het administratieve proces, zonder dat ze zelf het gewicht van de belasting voelen.Het systeem van de effectentaks leunt sterk op de rol van in België gevestigde tussenpersonen om de belasting meteen aan de bron te innen en door te storten.
Dit is eenvoudig indien alle rekeningen bij één bank of andere Belgische tussenpersoon worden gehouden. Indien er echter rekeningen (telkens onder de 500.000 Euro) worden aangehouden bij meerdere tussenpersonen, kan men zelf verzoeken om de taks toch meteen te berekenen en in te houden.
Alternatief moet de belastingplichtige na het jaar zelf aangifte doen van de rekeningen en zelf zorgen voor de betaling van de belasting. De taks vormt dan ook een belangrijk nieuw aandachtspunt voor Belgische ingezetenen met beleggingen in het buitenland, waarop geen bronheffing plaatsvindt.
Afwijkende referentieperiode
Belastingen worden doorgaans op basis van kalenderjaren geheven. Deze gewoonte werd bij de effectentaks jammer genoeg overboord gegooid, en dit enkel om budgettaire redenen (de snellere inning van de belasting in het jaar, waarin ze wordt ingevoerd).
Zo eindigt het belastbaar tijdperk (de referentieperiode voor de aangifte) reeds op 30 september van een jaar. Op die manier kan de taks bij aangifte via een tussenpersoon door de staat voor de eerste maal reeds in 2018 geïnd worden.
Deze onhandige einddatum kan voor houders van rekeningen in het buitenland (beheerd zonder Belgische tussenpersoon) tot bijkomende zorgen leiden. Zij dienen hun aangifteverplichtingen nauwkeurig in het oog te houden in samenloop met hun jaarlijkse aangifte personenbelasting, terwijl de einddatum van het belastbaar tijdperk verschilt:
Aangiftetermijn
De aangifte door een tussenpersoon moet worden ingediend uiterlijk op de twintigste dag van de derde maand na afloop van de referteperiode (dus na 30 september van een jaar).
Het is mogelijk dat de grond voor belastbaarheid tijdens het jaar stopt, bijvoorbeeld omdat de rekening gesloten wordt, waardoor het einde van de referteperiode vervroegd wordt. De aangifte kan wel reeds worden ingediend vanaf de dag na het einde van de ingekorte referteperiode.
Bij gebrek aan een tussenpersoon moet de rekeninghouder zelf een aangifte indienen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een buitenlandse effectenrekening. De aangifte moet dan worden ingediend tegen de uiterste indieningsdatum van de aangifte in de personenbelasting. De aangiftetermijn blijft dezelfde bij een verkorte referentieperiode. De belastingplichtige hoeft zoals gezegd niet zo lang te wachten en kan reeds eerder beslissen om zijn aangifte al in te dienen.
Als een rekening bijvoorbeeld in oktober 2018 wordt afgesloten geldt de aangiftetermijn voor de personenbelasting voor aanslagjaar 2020 (belastbaar tijdperk eindigt pas op 30 september 2019). Er kan soms een behoorlijke tijd verlopen vooraleer de aangifte moet worden ingediend.
De aangiftetermijn kan afwijken van deze voor de betaling van de belasting. De wet verwijst naar de uiterlijke dag van indiening van de aangifte in de personenbelasting. Als de rekeninghouder zelf aangeeft, dan moet dit uiterlijk in juli van het aanslagjaar gebeuren. De betaling, moet dan gebeuren tegen 31 augustus. Als de aangifte gebeurt via een mandataris vervalt de aangiftetermijn pas in oktober, doch zonder dat de betalingstermijn verlengd wordt. Het verschuiven van de indieningsdatum heeft dus geen impact op de betaaltermijn.
Het kan gebeuren dat een belastingplichtige in de loop van een jaar België verlaat. Hij moet dan een vervroegde aangifte in de personenbelasting indienen. Het gaat om de aangifte ‘speciaal’, die binnen de 3 maanden na emigratie moet worden ingediend. In een dergelijke situatie moet goed op de aangiftetermijn voor de taks op de effectenrekening gelet worden. De emigratie maakt ook niet zomaar een einde aan de belastingplicht zolang de rekening in België blijft. Deze zal gebeurlijk ook dienen geëmigreerd te worden.
Wijze van aangeven
De aangifte moet doorgaans elektronisch worden ingediend. Dit is altijd het geval voor tussenpersonen, die enkel op elektronische wijze een aangifte mogen indienen. De belastingplichtige kan in enkele gevallen wel een papieren aangifte indienen. Jammer genoeg is het toepassingsgebied van de papieren aangiftes niet zo logisch. De papieren aangifte is enkel mogelijk:
De rekeninghouder kan zelf in principe slechts in een beperkt aantal gevallen een papieren aangifte indienen. Er is wel een ultieme achterpoort omdat een belastingschuldige of zijn mandataris de aangifte op papier kan indienen ‘als hij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om de aangifte elektronisch in te dienen’. Het is niet meteen duidelijk hoe dit concreet beoordeeld moet worden.
De taks moet worden betaald bij het kantoor dat reeds bevoegd is voor de beurstaks (Inningscentrum – sectie diverse taksen).
Aansprakelijk vertegenwoordiger
Een buitenlandse tussenpersoon is niet verplicht om de Belgische fiscale regels na te leven voor de aangifte en inning van de taks. De rekeninghouder moet dan zelf voor de aangifte en de betaling zorg dragen.
Een buitenlandse tussenpersoon mag wel vrijwillig de aangifte- en betalingsverplichting op zich nemen. Als de rekeninghouder dan kan aantonen dat de taks reeds werd ingehouden, aangegeven en betaald via deze tussenpersoon, dient door hem geen verdere actie ondernomen te worden.
De buitenlandse tussenpersoon stelt dan een Belgische aansprakelijk vertegenwoordiger aan voor het uitvoeren van alle verplichtingen, die gelden voor een Belgische tussenpersoon. Dit systeem is analoog aan dat voor de beurstaks.
Teruggave van belasting
Indien meer taks werd afgedragen dan er wettelijk verschuldigd is kan een verzoek tot teruggaaf worden ingediend.
Dit kan onder meer nodig zijn bij een effectenrekening in onverdeeldheid, waarbij het juiste aandeel van elke rekeninghouder initieel niet door de bank werd gehanteerd.
Het verzoek tot teruggaaf moet samen met bewijsstukken worden ingediend bij het bevoegde kantoor, uiterlijk op de laatste werkdag van het jaar volgende op het jaar waarin de referentieperiode is geëindigd.
Boetes
Niet-aangifte, laattijdige, onnauwkeurige of onvolledige aangifte en laattijdige betaling kunnen allemaal het voorwerp uitmaken van administratieve boetes. De boete hangt af van de aard en de ernst van de overtreding en varieert van 10 tot 200 % van de verschuldigde taks. Bij weigering om te antwoorden op een vraag om inlichtingen of indien men foutieve mededelingen doet, kan een geldboete worden opgelegd van 750 EUR tot 1.250 EUR.