Een individu kan in België belastbaar zijn in de personenbelasting dan wel in de belasting van niet-inwoners.
De personenbelasting is van toepassing op rijksinwoners, daar waar de belasting van niet-inwoners van toepassing is op personen, die niet in België wonen of die slechts kortstondig in het land verblijven.
Het onderscheid tussen beide belastingen is fundamenteel. Hoewel de beide belastingen veel gemeen hebben, gelden er toch tal van andere regels naargelang het gaat om de ene dan wel om de andere belasting. Ook heeft elke vorm van belasting een eigen aangifteformulier en wordt het dossier beheerd door aparte diensten binnen de FOD Financiën.
In de praktijk is het niet zo eenvoudig om na te gaan of iemand in de personenbelasting dan wel in de belasting van niet-inwoners belastingplichtig is. Dit is niet enkel belangrijk in het jaar waarin personen naar België komen (immigratie) of het land verlaten (emigratie). Ook van jaar op jaar dient op basis van de feiten in een dossier nauwkeurig opgevolgd te worden in welke van beide belastingen iemand juist belastbaar is.
Het onderscheid tussen beide belastingen doet zich niet enkel voor op het niveau van de belastingaangifte, maar ook op dat van de wijze van het bepalen van de belastbare basis en de berekening van de belasting. Traditioneel is het onderscheid tussen beide belastingen duidelijk te zien op het aanslagbiljet, waarop ook de aard van de belasting vermeld wordt.
Merkwaardig maakt de FOD Financiën voor aanslagjaar 2018 (inkomsten van 2017) geen onderscheid meer tussen beide vormen van belasting op de eerste pagina van het aanslagbiljet. Zo wordt dit jaar voor alle aanslagen gebruik gemaakt van de algemene hoofding “personenbelasting”, zelfs indien het gaat om een aanslag in de belasting van niet-inwoners.
Men moet nu verder gaan kijken naar de tweede pagina van het aanslagbiljet. Mits enig zoekwerk kan men dan opmerken dat het bevoegde belastingkantoor deel uitmaakt van de administratie buitenland en dat er ook een e-mail adres vermeld is, dat begint met “foreigners”.
Men kan ernstige vragen stellen bij deze werkwijze, die wellicht ingegeven is vanuit de betrachting de aanslagprocedures te standaardiseren en administratief zo eenvoudig mogelijk te verwerken. Toch gaat men hier ons inziens te kort door de bocht.
In eerste orde is het nu bijzonder verwarrend om beide belastingen nog van elkaar te onderscheiden op een aanslagbiljet. Men moet immers de kleine lettertjes gaan lezen om de aard van de belasting vast te stellen. Dit kan een bron zijn van allerhande geschillen achteraf. Op het vlak van de fiscale procedure zou men ook kunnen stellen dat alle aanslagbijletten in de belasting van niet-inwoners dit jaar nietig zijn omdat de juiste aard van de belasting niet op de hoofding van de aanslag terug te vinden is. Enkele medewerkers van de FOD zullen dan ook terug naar de fiscale schoolbanken verwezen moeten worden om grote moeilijkheden te vermijden.
We hopen dat de FOD Financiën snel over zal gaan tot een correctie van haar systemen en opnieuw met de nodige zorg de aanslagbiljetten in de belasting van niet-inwoners gaat opmaken.