Een eenvoudige oplossing voor de fors verhoogde belasting op bedrijfswagens maakt het voorwerp uit van de voorafgaande beslissing nr. 2012.095 dd. 08.05.2012.
De aanvraag betreft een (enige) zaakvoerder van een BVBA, die blijkbaar geconfronteerd werd met een aanzienlijke belastingverhoging in 2012 op zijn bedrijfswagen, die hem door de vennootschap ter beschikking gesteld werd.
Gezien er weinig te doen valt aan de berekeningswijze van het voordeel besloot hij het over een andere boeg te gooien en te kijken naar de basis van het voordeel in natura, zijnde het al dan niet voorhanden zijn van privé gebruik van het voertuig.
De betrokken bedrijfsleider verricht al zijn beroepsactiviteiten vanuit zijn woning. Voor het gebruik van de garage, ontvangstruimte, archief en bureel, gelegen in zijn privéwoning brengt hij huur aan de vennootschap in rekening.
De BVBA is eigenaar van de personenwagen, en de bedrijfsleider heeft besloten geen gebruik meer te maken van deze wagen voor privéverplaatsingen van hem en van zijn echtgenote. Dit in tegenstelling tot het verleden, toen er wel met deze personenwagen privé werd gereden. In het verleden werd er steeds een voordeel van alle aard voor het privé-gebruik aangerekend, gebaseerd op het kilometerforfait van 5.000 km/jaar.
De bedrijfsleider en zijn echtgenote beschikken echter over een tweede wagen, ingeschreven op naam van de echtgenote van de aanvrager. Deze tweede wagen zal naar de toekomst toe voor alle privé verplaatsingen van het gezin gebruikt worden. De firmawagen wordt voorbehouden voor beroepsmatige verplaatsingen. Gezien de bedrijfsleider zijn activiteiten verricht vanuit zijn privé woning zijn er geen woon-werkverplaatsingen (dergelijke verplaatsingen hebben ook een privé karakter voor fiscale doeleinden).
Aangezien er geen privé-gebruik meer zal zijn van de personenwagen moet er overeenkomstig artikelen 32 en 36 WIB 92 geen voordeel alle aard meer aangerekend te worden. Dit geldt uiteraard enkel voor zover met de bedrijfswagen effectief geen privéverplaatsingen meer worden afgelegd.
Het is merkwaardig dat de belastingplichtige een voorafgaande beslissing heeft gevraagd voor een materie, die in wezen evident is, gezien men kan terugvallen op de letter van een duidelijke wettekst.
De belangrijkste fiscale valkuil in het dossier ligt vervat in het verbod om nog om privé redenen gebruik te maken van de bedrijfswagen en de bijhorende bewijslast. De nodige omzichtigheid is vereist bij de toepassing van deze voorafgaande beslissing. Heel wat belastingplichtigen denken dat het ter beschikking hebben van een tweede voertuig voor het gezin op zich volstaat om de belasting op de bedrijfswagen ongedaan te maken. Het bezit van een dergelijk voertuig is echter van geen enkel belang. Enkel het effectieve gebruik van de bedrijfswagen moet worden bekeken.
Teneinde de fiscale vrijstelling op de wagen te kunnen toepassen is voor de bestuurder van de wagen dan ook een strikte discipline vereist om de wagen enkel beroepsmatig te gebruiken. Tevens dient hij aandacht te besteden aan het gebruik van zijn wagen. Om dit met volledige zekerheid te kunnen doen lijkt een gedetailleerde kilometeradministratie onontbeerlijk (per verplaatsing aantal gereden kilometers plus de bestemming noteren). Heel wat(creatieve) belastingplichtigen riskeren op dit vlak toch nog tegen de lamp te gaan lopen.
Intussen helpt de technologische vooruitgang ook een handje, gezien er voor een beperkt budget een toestelletje in het voertuig genoteerd kan worden dat alle verplaatsingen via GPS noteert en documenteert. Dit is een middel waar geen enkele controleur tegen opgewassen is, en vermoedelijk is de beperkte kost van de investering ruimschoots de winst op het vlak van rechtszekerheid waard.
In een groter bedrijf zou men de denkpiste ook kunnen aanwenden voor het poolen van een statuswagen door een groep van kaderleden. Men kan dan een dure bedrijfswagen ter beschikking stellen aan meerdere mensen, doch enkel voor beroepsmatige verplaatsingen (en dus ook niet voor woon-werkverkeer). Zo kunnen deze mensen toch nog regelmatig gebruik maken van een statuswagen zonder hiervoor meteen de belastingrekening gepresenteerd te krijgen. Voor hun privé gebruik kunnen ze dan eventueel beroep doen op een bescheiden bedrijfswagen met een redelijk fiscaal voordeel in natura.