De internationale fiscaliteit van werknemers wordt in belangrijke mate beheerst door het werkstaat principe. Dit komt omdat de heffingsrechten tussen landen in internationale belastingverdragen in belangrijke mate afhangen van de plaats waar arbeid effectief wordt verricht.
Als gevolg van de COVID crisis is er een plotse toename van thuisarbeid end dit voor een onbepaalde periode. Dit heeft meteen ook fiscale gevolgen en een aantal evoluties zijn reeds aan de gang. Het virus heeft dan ook al de fiscaliteit besmet.
Grensoverschrijdend werken
Werknemers, die in het ene land wonen en in een ander land werken, worden in een aantal gevallen in de werkstaat belast. Dit gebeurt op basis van het aantal werkdagen, die ze in dat land effectief doorbrengen.
Wanneer zij nu plots gedwongen worden om thuis te werken (dus in hun woonland), dan zal hun aantal gewerkte dagen in het andere land (de gebruikelijke werkstaat) afnemen. Dit leidt automatisch tot een verschuiving van fiscale heffingsrechten vanuit de normale werkstaat in de richting van de woonstaat van al deze werknemers. Hoe België en andere landen met deze verschuiving verder zullen omgaan is nog niet duidelijk. Indien er op dit vlak geen verdere maatregelen worden genomen staan zowel werknemers als overheden op dit vlak nog onaangename verrassingen te wachten.
Er bestaat verder een bijzondere grensarbeidersregeling tussen België en Frankrijk. De Belgische en Franse overheid hebben intussen reeds een akkoord bekend gemaakt over de impact van de recente maatregelen op de toepassing van het belastingverdrag tussen beide landen.
De dagen thuisarbeid in Frankrijk tijdens de COVID periode zullen omwille van overmacht niet meegeteld worden om de 30 dagen grens (voor werkdagen buiten de Belgische grensstreek) te berekenen. Zo kan de grensarbeidersregeling onverkort blijven doorlopen. Zodra de crisis eindigt, wordt de gewone dagentelling verdergezet.
Protocol met Frankrijk: zie link
Ook met Luxemburg bestaat er een bijzondere regeling voor werknemers. Met de Luxemburgse overheid werd ook onlangs een protocol gesloten voor de toepassing van de zogenoemde ’24-dagen’-regel in het kader van artikel 15 (niet zelfstandige arbeid). Ook hier wordt wegens overmacht geen rekening gehouden met dagen thuisarbeid tijdens de COVID periode.
Protocol met Luxemburg: zie link
Buitenlandse kaderleden (circulaire van 8 augustus 1983)
Thuisarbeid heeft ook een impact op personen, die kunnen genieten van het bijzonder belastingregime voor de buitenlandse kaderleden, zoals voorzien in de circulaire van 8 augustus 1983. Er zullen immers meer werkdagen in het woonland van het kaderlid gespendeerd worden en minder in het buitenland.
Kaderleden, die met hun gezin in België wonen lopen het risico om op die manier minder vrijstelling (voor buitenlandse reisdagen) te kunnen genieten ten overstaan van de Belgische fiscus. Hierdoor kan hun Belgische belastingdruk snel de hoogte in schieten.
Kaderleden, die met hun gezin in het buitenland wonen (commuters), daarentegen, zullen hun vrijstelling in België juist zien toenemen omdat het aantal Belgische werkdagen af zal nemen. Hun Belgische belasting gaat dus dalen, zij het dat hun belasting in de woonstaat zal gaan toenemen. Dit alles heeft echter onvermijdelijk ook een effect op hun resterend inkomen na belasting.
De fiscus is zich van deze situaties bewust en zal naar verwachting hierover verdere standpunten en richtlijnen bekend maken.