De actualiteiten staan bol van fiscale maatregelen in het licht van de COVID pandemie. Het lijkt erop dat nog lang nadat het virus voldoende zal ingedijkt zijn er nog fiscale vraagstukken zullen overblijven.
Naast zuiver interne Belgische fiscale maatregelen zijn er ook belangrijke zaken aan de gang op het vlak van de internationale fiscaliteit.
De afgelopen dagen en weken was er heel wat activiteit tussen de overheden van België en andere landen over de problematiek van de impact van COVID thuisarbeid op medewerkers met grensoverschrijdende beroepsactiviteiten.
Steeds meer akkoorden worden afgesloten met andere landen, waarbij men een periode in het jaar afbakent (niet altijd dezelfde periode per land), gedurende dewelke thuiswerkdagen omwille van COVID fictief mogen worden toegerekend aan de staat, waar men gewerkt zou hebben in normale omstandigheden. Blijkbaar gaat het om een mogelijkheid, die wordt geboden en de werknemer zou hiervan kunnen afwijken (als dit bijvoorbeeld voordeliger zou uitvallen) op voorwaarde dat het inkomen uiteindelijk wel allemaal in de ene of andere staat naar behoren belast wordt.
Men maakt wel een belangrijk onderscheid tussen gewone thuiswerkdagen (die thuis zouden gewerkt zijn in normale omstandigheden) en thuiswerkdagen als gevolg van COVID. Hoe dit in ieder individueel geval moet opgelost worden lijkt toch minder evident en zou een bron van discussie kunnen vormen (hoe kan men een precies onderscheid maken tussen beide soorten thuiswerkdagen?).
Zo zijn er nu al COVID thuisarbeid akkoorden met onze buurlanden Nederland, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg. Het gaat telkens om een bilateraal akkoord, zodat men land per land precies moet kijken welke de modaliteiten zijn. Er bestaat dus geen universele oplossing, die meteen alle landen in de wereld afdekt. Er zullen dus nog heel wat fiscalisten nodig zijn om iedereen te helpen om zijn of haar individueel dossier in de juiste banen te leiden.
Voor werknemers is het in ieder geval belangrijk om goed te kijken naar de akkoorden, die voor hen van belang zijn en om te zorgen voor een goede kalender van de gewerkte dagen. In de akkoorden wordt ook naar attesten van de werkgever gevraagd, zodat bedrijven die eventueel zullen moeten afleveren voor een aantal personen. Naar verwachting zal geval per geval verder gekeken moeten worden hoe het fiscaal dossier best behandeld wordt. Er kan evenwel vermoed worden dat gelet op de torenhoge belastingdruk in België de meeste mensen liever hebben dat werkdagen maximaal in een ander land dan België belast blijven.
De regeling voor de COVID thuiswerkdagen geldt enkel voor de toepassing van de belastingverdragen. Voor werknemers, die kunnen genieten van het bijzonder belastingregime voor de buitenlandse kaderleden (zonder dat ze ook toegang hebben tot een belastingverdrag), is tot nu toe niets voorzien. Indien er ook voor hen geen maatregelen genomen worden, zal hun reisvrijstelling dit jaar dalen en zullen de belastingen toenemen. Op dit vlak ligt er niet meteen druk op de fiscus vanuit het buitenland omdat dit een louter intern Belgisch fiscaal vraagstuk is. De vraag blijft dan ook bestaan of zij uiteindelijk in de kou zullen blijven staan.