Een belastingcontrole begint doorgaans met een vraag om inlichtingen of een bericht van wijziging van aangifte, gericht aan de belastingplichtige. Betrokkene wordt op die manier uitgenodigd om nadere toelichtingen en bewijsstukken te verschaffen over de ingediende aangifte of zich te verantwoorden over de manier waarop de fiscale wet in de aangifte werd toegepast.
Eens men de nodige informatie aan de administratie heeft verschaft, kan er een reactie komen in de vorm van verdere onderzoeksdaden of corrigerende aanslagen. Echter, zeer vaak komt men in een fiscaal niemandsland terecht. Na het versturen van het antwoord komt er geen verder nieuws meer van de controleur. Dit geeft aanleiding tot een aantal bezorgdheden:
De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen heeft zich eind vorig jaar over een dergelijke kwestie gebogen (vonnis van 19.12.2022).
In deze zaak was er door de belastingdienst een bericht van wijziging aan een werkgever verstuurd over de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid. Hierop werd door de belastingplichtige geantwoord. Toen werd het stil bij de belastingdienst. De vraag kwam vervolgens aanbod of deze afwezigheid van een reactie van de controleur een stilzwijgend of impliciet akkoord had doen ontstaan over de kwesties, die bij de controle aan bod waren gekomen.
Of dit het geval is, is niet zo zeker. Men zou kunnen stellen dat het bericht van wijziging slechts een uitnodiging tot debat was, en dat de fiscus nog geen standpunt ingenomen heeft en nog niet wenst verder debat over de kwestie te voeren. Hierdoor blijft er een permanente onzekerheid boven het hoofd van de belastingplichtige hangen of de fiscus nu al dan niet op de kwestie gaat terugkomen en of de vrijstelling in de toekomst nog steeds mag worden toegepast op dezelfde manier als in het verleden. In kwesties over de bedrijfsvoorheffing gaat het in veel gevallen over grote bedragen aan belasting en de behoefte aan rechtszekerheid bij de belastingplichtige is in dit soort zaken doorgaans bijzonder hoog.
De rechtbank heeft in deze zaak beslist dat het feit dat er een bericht van wijziging was gestuurd, waarin een bepaalde taxatie werd aangekondigd, en waarop er vervolgens werd geantwoord met een gemotiveerd antwoord, bij de belastingplichtige impliciet het vertrouwen heeft doen ontstaan dat de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing correct was toegepast en dat de fiscus hier niet meer op zou terugkomen. Dit werd verder ondersteund door het feit dat uit het administratief dossier bleek dat de Dienst Expertise een negatief advies had afgeleverd.
De rechtbank is van mening dat hieruit mag worden besloten dat er een grondige controle heeft plaatsgevonden, die aan de basis kan liggen van een impliciet akkoord met de belastingplichtige, dat derhalve de nodige zekerheid biedt naar de toekomst toe.
Zou het geen goede praktijk zijn dat de administratie aan het einde van een belastingcontrole in alle gevallen een bericht aan de belastingplichtige stuurt met de vermelding of de controle al dan niet is afgelopen en welke de eindconclusies zijn? Het opmaken van een dergelijk bericht is niet meteen moeilijk en kan een grote stap voorwaarts zijn voor het creëren van een betere verstandhouding tussen belastingplichtige en belastingdienst en het vergroten van de rechtszekerheid. Het bij wet invoeren van een dergelijke verplichting is een voorbeeld van een nuttige fiscale hervorming, die helemaal niets hoeft te kosten.