Een belangrijk onderwerp in de Belgische fiscaliteit, dat jammer genoeg vaak onderbelicht blijft, is dat van de neutraliteit van de samenlevingsvormen voor de toepassing van de inkomstenbelastingen. Dit thema komt weinig aan bod, wellicht omdat het zo moeilijk is om hier concreet vat op te krijgen.
In wezen zou elke burger-belastingplichtige onderworpen moeten worden aan exact dezelfde fiscale behandeling op zijn of haar inkomsten, ongeacht de vorm van samenleving met anderen.
Het is voor ons bij dit alles een steeds groter wordend raadsel: waarom worden gehuwden en wettelijk samenwonenden in België nog altijd gezamenlijk belast, daar waar alle anderen afzonderlijk belast worden?
We verdiepten ons in de stand van zaken in het jaar des herens 2022. Al snel blijkt dat ons fiscaal stelsel allerminst neutraal is, wat betreft de 5 hoofdvormen van samenleving, die we snel kunnen identificeren:
Er is weinig kennis van de fiscaliteit nodig om te beseffen dat het inkomen van een persoon heel anders belast wordt naargelang betrokkene zich in de ene dan wel in de andere samenlevingsvorm bevindt. Hierbij onstaat er een niet onbelangrijk probleem omdat blijkt dat bepaalde personen totaal afzonderlijk belast worden, daar waar anderen dan weer in combinatie met iemand anders worden getaxeerd. Dit is bovendien niet neutraal.
U kent ongetwijfeld de frustratie van fiscaal alleenstaanden, wanneer ze tot hun spijt moeten vaststellen dat ze op een aantal vlakken minder gunstig behandeld worden dan personen, die gezamenlijk getaxeerd worden. Zo vallen ze bijvoorbeeld uit de boot voor het bijzonder gunstige stelsel van het huwelijksquotiënt (indien slechts één partner belastbare beroepsinkomsten behaalt) en ook voor de voordelige verschuiving van aftrekposten en verminderingen tussen partners, die gezamenlijk belast worden.
Deze vaststelling is evenwel niet universeel, gezien er ook scenario’s bestaan, waarbij gehuwden of wettelijk samenwonenden fiscaal minder voordelig af zijn in vergelijking tot personen, die alleen belast worden. Hierover horen we de alleenstaanden dan weer niet klagen.
Intussen staat er een herziening van de inkomstenbelastingen in de steigers, die wordt benoemd als “de grote fiscale hervorming”. Het is toch wel verbazend vast te stellen dat het uitermate belangrijke thema van de neutraliteit van de samenlevingsvormen slechts een erg bescheiden rol speelt in de voorgelegde plannen. In dit verband kan wel gekeken worden naar de uitfasering van het huwelijksquotiënt, dat een bron is van veel fiscaal onheil. Dit is alvast een goede stap in de richting, maar gaat in wezen niet ver genoeg. Bij deze aangekondigde fiscale hervorming wordt de trein gemist om komaf te maken met een heikel thema binnen onze fiscaliteit.
Een snelle vergelijking tussen landen
Men zou snel denken van ‘ach ja, België volgt toch gewoon de trend van alle andere landen’, dus er is niets aan de hand. Echter, studies tonen duidelijk aan dat niets minder waar is.
Zo trok een reeks bijzonder verhelderende studies van advieskantoor Deloitte Belgium onze aandacht. Deze gebeurden onder de benaming ‘Global comparative study of the personal income tax return process’. Deze studies zijn het lezen waard en hierin schetsen adviseurs op erg toegankelijke wijze (een unicum in de fiscale literatuur) een duidelijk beeld over de complexiteit van de belastingaangifte in een ruime groep onderzochte landen. Eén van de onderwerpen, die ze behandelen is dat van de praktijk van de gezamenlijke belastingaangifte voor gehuwden.
Wij keken de vierde editie (april 2017) van deze toegankelijke en verhelderende studie in, zijnde de editie over inkomstenjaar 2016. Deze editie gaf een update van eerdere studies door Deloitte in 2012, 2013 en 2015.
In de studie werd onderzocht hoe het aangifteproces voor de personenbelasting plaatsvindt in België en of er gelijkenissen dan wel belangrijke verschillen met andere landen kunnen worden genoteerd. Deze vergelijking werd gemaakt voor niet minder dan 34 landen.
Uit de studie blijkt dat België in wezen een buitenbeentje is in vergelijking tot de meeste andere landen uit de Westerse wereld.
We tonen even een eenvoudige statistiek om aan te geven waar België hier staat. Jammer genoeg heeft Deloitte voor zover ons bekend de interessante studie niet verdergezet in recente jaren. Niet geklaagd, want onze ijverige jobstudente Aagje Aelterman is zo goed geweest de parameters te actualiseren door de huidige stand van zaken te onderzoeken.
De landen in onze steekproef:
Australië
België
Brazilië
Canada
China
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
India
Italië
Japan
Luxemburg
Malta
Mexico
Nederland
Noorwegen
Oostenrijk
Polen
Portugal
Rusland
Singapore
Slovakije
Spanje
Tjechische Republiek
Turkije
Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten
Zuid-Afrika
Zuid-Korea
Zweden
Zwitserland
Uit de analyse komen twee vaststellingen naar boven:
Deloitte gaf het reeds aan in 2017: in slechts 18% van de gevallen zijn gehuwden/wettelijk samenwonenden verplicht om (quasi) altijd een gezamenlijke belastingaangifte in te dienen. Nog opmerkelijk: in 62% van de gevallen was het voor hen zelfs niet mogelijk om afzonderlijk aan te geven. Het is evident dat in deze laatste groep van landen er minder situaties zullen voorkomen, waarin gehuwden of wettelijk samenwonenden beter dan wel slechter getaxeerd worden dan alleenstaanden.
De statistiek van 2017:
België zat in 2017 in de groep van landen van gezamenlijke aangevers-gehuwden/wettelijk samenwonenden, waartoe ook volgende landen behoorden:
Aagje deed de studie dit jaar een keer over aan de hand van de meest actuale parameters, gepubliceerd door het International Bureau of Fiscal Documentation.
En wat blijkt. Anno 2022 zit België nog meer in het hoekje van de uitzonderingsgevallen dan ooit tevoren. Op dit moment zijn er nog slechts 12% van de onderzochte landen, waar echtgenoten/wettelijk samenwonenden verplicht zijn om samen een belastingaangifte in te dienen. Het peloton aan samen aangevers is dus behoorlijk geslonken.
Wel zien we een opmars van keuzestelsels, waarbij gehuwden en wettelijk samenwonenden in principe afzonderlijk aangeven, maar tevens de keuze krijgen om in bepaalde gevallen toch te opteren voor een gezamenlijke aangifte, zo dit voor hen voordeliger is. Dergelijke keuzestelsels zijn natuurlijk gunstig voor de burgers, maar roepen opnieuw vragen op over mogelijke discriminatie versus belastingplichtigen, die niet van een dergelijke keuze kunnen genieten. Zuiver alleenstaanden kunnen immers niet kiezen en aan hen wordt een route tot fiscale optimalisatie de facto afgesloten.
Enkel België, Frankrijk, Malta en Zwitserland behoren nu nog tot de selecte kring van landen met gezamenlijke aangifteverplichting.
De gezamenlijke belastingaangifte is evenwel een bron van fiscaal onheil. U zal wellicht zeggen ‘who cares’, de belasting wordt bij ons in theorie toch per echtgenoot afzonderlijk berekend, dus waarom je hierover druk maken?
In onze dagelijkse belastingpraktijk stellen we vast dat er steevast verschillen zijn tussen fiscaal alleenstaanden en gehuwden. Soms gaat het om bescheiden verschillen, maar in een aantal gevallen is het verschil ronduit spectaculair.
Bij wijze van voorbeeld gaan we wat nader in op het huwelijksquotiënt. Hiervoor maken we enkel uitermate eenvoudige berekeningen. We vergeleken de volgende 4 erg eenvoudige scenario’s:
De resultaten in een eenvoudige tabel:
2. De berekeningen tonen aan dat de samenlevingsvorm in België zeker niet neutraal is:
De berekening toont in ieder geval al aan dat de alleenstaande het hoogste belast wordt. Zijn effectieve belastingdruk is 33% en is veel hoger dan die van de samenwoners, gezien hun belastingdruk maximaal 26% was in onze studie.
De berekening toont ook aan dat het huwelijksquotiënt erg lucratief is. Het gaf immers aanleiding tot een daling van de belasting met zo maar even 5.000 Euro. Als onze alleenstaande huwt met een partner zonder eigen inkomen, dan daalt zijn belastingdruk op eerste zicht met 10%. Een betere fiscale optimalisatie valt moeilijk te vinden. In absolute termen daalt zijn belasting zelfs met 30% (5.000 Euro op 16.500 Euro). Dit toont ook aan hoe statistieken gemakkelijk misleidend kunnen zijn.
We kijken ook even terug in de tijd: in een wat verder verleden werden echtgenoten cumulatief belast. Het inkomen van partner B werd gewoon bij dat van partner A geteld. Het gevolg hiervan was een torenhoge belastingdruk op het inkomen van partner B. Dit was een onhoudbare rem op het fenomeen van tweeverdiende gezinnen.
Om die reden werd eind tachtiger jaren vorige eeuw het principe van de gecumuleerde belasting van gehuwden afgeschaft. Dit was ongetwijfeld een mega stap in de richting van een moderne gezinsfiscaliteit. Eén inkomensgezinnen vonden dit echter niet eerlijk omdat zij geen enkel fiscaal voordeel konden genieten naar aanleiding van deze hervorming. Om die reden werd het huwelijksquotiënt ingevoerd, als het ware om ‘moeder aan de haard’ voor haar inzet te belonen. Deze moeder kreeg op zich echter niets want de belastingbesparing gebeurt op het aanslagbiljet onder de vorm van een belastingbesparing bij de beroepsactieve partner. Jammer genoeg werd hiermee dan ook nog een doos van Pandora geopend, waar we tot op de dag van vandaag mee worstelen. Eens ingevoerd is het afschaffen van het huwelijksquotiënt geen synecure.
De berekening toont meteen het probleem aan, dat ontstaat wanneer het huwelijksquotiënt koudweg wordt afgeschaft: de belastingdruk voor de meest financieel kwetsbare gezinnen gaat fel de hoogte in. Zonder zogeheten ‘flankerende maatregelen’ zal een afschaffing van het huwelijksquotïent voor financieel zwakke gezinnen een harde dobber vormen.
De afschaffing van het huwelijksquotiënt zou gefaseerd gebeuren, maar aan het einde van de rit wacht voor de betrokken gezinnen een gepeperde rekening. Wij denken hierbij bijvoorbeeld ook aan de groep van de gepensioneerden, die de impact van de afschaffing van het huwelijksquotiënt behoorlijk in de portemonnee gaan voelen.
De berekeningen tonen aan dat wanneer er een tweeverdiener in ons modelgezin komt, het huwelijksquotiënt al snel teloor gaat. De belasting van het gezin stijgt dan opnieuw met zo’n 5.000 Euro. Dit toont aan dat partner B in feite erg hoog belast wordt. Het bijkomend inkomen van 15.000 Euro, dat deze partner aan het gezin levert, trekt immers een belasting aan van 5.350 Euro.
In tegenstelling tot de mythe van de hoog belaste alleenverdieners blijkt dat partner B zelfs de hoogste belastingdruk veroorzaakt: zijn of haar inkomen wordt aan 35% belast, wat dus nog hoger is dan wat onze ongelukkige alleenstaande betaalt.
Tenslotte keken we naar de belasting van twee feitelijk samenwonenden. Partner A verdient nog altijd een belastbaar inkomen 50.000 Euro en partner B een bedrag van 15.000 Euro.
Nu blijkt dat de feitelijk samenwonende tweeverdieners samen ongeveer 17.000 Euro moeten betalen en dit bedrag is quasi identiek van wat ze zouden betalen indien ze gehuwd of wettelijk samenwonend waren geweest. Dit is dus keurig fiscaal neutraal.
Echter, de vergelijking loopt toch wat mank, want partner B betaalt als feitelijk samenwonende slechts 387,51 Euro aan belasting op zijn of haar aanslagbiljet, daar waar bij een huwelijk partner B een veel hogere belastingdruk veroorzaakt. Dit toont een verborgen adder onder het gras van de gehuwden aan: het huwelijksquotiënt komt vooral ten goede aan partner A, die zijn belasting ziet dalen. De belastingberekening met huwelijksquotiënt geeft aanleiding tot een soort Blankenbergse rekening tussen partners, die het moeilijk maakt om de effectieve belastingen per partner duidelijk vast te stellen.
Deze rekening wordt enkel maar complexer naargelang er extra parameters aan het dossier worden toegevoegd, zoals aftrekbare giften, kinderopvang, woningaftrekken, etcetera…
Voorzichtige conclusies
Het is bijzonder moeilijk om duidelijke conclusies uit dit verhaal te trekken.
Wel zeker zijn volgende vaststellingen:
Is met dit alles onze analyse voltooid? Zeker niet, de vraagstukken worden enkel maar groter en complexer wanneer we kijken naar de kwesties, die opduiken bij de internationale fiscaliteit van gehuwden of wettelijk samenwonenden. Maar dit is dan stof voor een heel nieuwe bijdrage….