Met de opkomst van de intussen teloorgegane dieselwagens, ontstond er ook een obsessie rond het rijbereik van personenwagens. De magische 1.000 km grens kon worden overschreden. Zo kon je vanuit België naar het zuiden van Frankrijk rijden zonder ook maar één maal te moeten bijtanken. Marketeers konden er volop van smullen.
Het nut hiervan: 10 minuten pauze uitsparen op de tijdspanne van een overdreven lange dagrit…., tijdens dewelke je hoe dan ook een aantal keer moet stoppen. Voor de rest het hele jaar lang rondrijden met een vracht aan onbenutte brandstof.
De obsessie voor het rijbereik is ook overgeslagen op de elektrische wagen. Honderden km moet de wagen volgens sommigen ononderbroken kunnen afleggen…. daar waar de gemiddelde gebruiker deze afstanden quasi nooit aflegt. In tegenstelling tot fossiele brandstof, is er voor het opslaan van elektriciteit echter een groot volume en gewicht aan ook nog eens dure batterijen nodig.
De elektrische wagen heeft het grote voordeel dat je hem overal kan bijladen. Dus helemaal niet nodig om ononderbroken ver te kunnen rijden. Naarmate het aantal laadpunten verder zal toenemen, zal het belang van het rijbereik enkel maar afnemen. De oude obsessie rond het rijbereik zit voorlopig nog wel in de hoofden van veel mensen.
Dit leidt tot een ware overmaat aan verspilling. Het grote battery pack kan bezwaarlijk ecologisch verantwoord worden. Zelfs Greta en Anuna hebben dit schijnbaar nog niet begrepen. Het nutteloze gewicht, dat je tijdens elke rit meesleurt, helpt ook al niet mee. Waarom niet werken aan de promotie van kleinere pakketten, op maat van de gebruiker, in plaats van nutteloos batterijvolume te verkopen.
Men vindt elektrische wagens bovendien nog vaak veel te duur. Een kleinere batterij snoept al snel een heel deel van het te investeren budget af. Dit budget kan dan voor veel nuttigere zaken gebruikt worden.
Gelukkig beginnen slimme gebruikers dit toch stilaan te beseffen. Wie elektrisch gaat, staat hier best toch even bij stil.