Inwoners van België met pensioenen uit Nederlandse bron zijn al enige tijd het voorwerp van een nooit geziene jacht op belastingen.
Jarenlang werden er processen gevoerd over de vraag of nu België dan wel Nederland bevoegd is tot het heffen van belastingen op bepaalde pensioeninkomsten. De Belgische fiscus heeft hier in een eindeloze reeks processen aan het kortste eind getrokken, waardoor bevestigd werd dat de heffingsbevoegdheid in Nederland thuishoort.
Begin dit jaar heeft men een klassieke truc uit de kast gehaald: gewoonweg de wet veranderen in het voordeel van België. In de voorbereidende werken staat te lezen dat dit is ingegeven door de wens om tot meer rechtvaardige belastingen te komen. Dit lijkt een erg cynische motivatie. Immers, wat we vaststellen is dat:
Het valt moeilijk te begrijpen welke motieven er aan de basis liggen van deze manifest onrechtvaardige aanpak. Ergens binnen de FOD Financiën moeten er personen rondlopen met enerzijds grote frustraties over de werking van onze rechtbanken en hoven de afgelopen jaren en met anderzijds een bijzonder lage beroepsethiek om over te gaan tot deze drastische werkwijze. Of dit nog overeenkomt met de beginselen van behoorlijk bestuur kan zeer worden betwijfeld.
In Nederland viel de regering nog niet lang geleden als gevolg van de zogeheten ‘toeslagenaffaire’, waardoor veel argeloze burgers in financiële moeilijkheden terecht kwamen als gevolg van agressief optreden vanwege de belastingdienst. Als dit Belgische pensioenverhaal niet snel tot een goede en rechtvaardige oplossing komt, dan rijst de vraag meer en meer of de Belgische regering niet in dezelfde richting zal gaan.
Gelukkig springt het Nederlands-Belgisch Centrum in de bres voor de gedupeerden. Hierbij de oproep aan de gedupeerden om zich aan te sluiten bij het vernietigingsberoep bij het Grondwettelijk Hof.