De trend tot internationale uitwisseling van fiscale gegevens tussen landen is dit jaar in een nieuwe stroomversnelling gekomen met de implementatie van de Common Reporting Standard (CRS). CRS laat toe om op efficiënte wijze gegevens uit te wisselen op basis van een wereldwijde standaard voor de automatische uitwisseling van fiscale gegevens.
Talrijke landen, waaronder ook België wisselen vanaf 2017 gegevens uit via deze CRS. In eerste orde gaat het om ‘outbound’ transacties, waarbij financiële instellingen een aantal financiële inlichtingen aan de FOD Financiën dienen te verstrekken, die dan door België aan partnerlanden worden overgemaakt. Er is echter ook een ‘inbound’ stroom, waarbij in omgekeerde zin buitenlandse gegevens door België worden ontvangen.
Fiscale regularisatie
Wie vreest om door de CRS achterhaald te worden kan trachten zijn toevlucht te zoeken in een fiscale regularisatie. Doorheen de jaren werden er diverse fiscale regularisatiewetgevingen tot stand gebracht. De vroege vogels waren hierbij het beste af, gezien de wetgeving bij elke nieuwe regularisatieronde omslachtiger en fiscaal duurder werd voor de belastingplichtige. Na een aantal tijdelijke regularisatiewetgevingen is momenteel een permanent systeem van kracht.
Gezien het vereist is dat de regularisatie wordt verricht vooraleer er een fiscaal onderzoek door de overheid werd opgestart, kunnen nog aarzelende belastingplichtigen in snelheid worden gepasseerd door de CRS. Hierdoor gaat immers de mogelijkheid voor hen verloren om fiscale en strafrechtelijke immuniteit te bekomen door het indienen van een regularisatieopgave en het betalen van de bijhorende heffing.
Gesofistikeerde planning
Samen met de invoering van de regularisatiewetgeving is ook een trend ontstaan voor belastingplichtigen om toch nog te trachten de dans te ontspringen door gebruik te maken van een aantal planningstechnieken.
1. Verzekeringsstructuren
Hieronder valt onder meer het gebruik van een verzekeringsstructuur. Een voorbeeld hiervan is het afsluiten van een levensverzekeringscontract (tak 23 – polis zonder rendementsgarantie). Voor de betaling van de verzekeringspremie wordt gebruik gemaakt van een in het buitenland belegd kapitaal. Mits aan de voorwaarden van de artikelen 19 en 21 van het WIB werd voldaan, is er geen belastbaarheid op een tak 23 polis, noch op het rendement op de belegde sommen en noch op de latere bedragen bij uitkering.
Dergelijke levensverzekeringscontracten hadden in een recent verleden vooral aantrekking omdat men dacht op die manier onder de fiscale radar te kunnen blijven, in afwezigheid van een aangifteverplichting van dergelijke contracten en van gegevensuitwisseling naar België. Hierdoor konden belastingplichtigen een vals gevoel van veiligheid hebben, waarbij ze voorbij gingen aan diverse ernstige onderliggende fiscale problemen, waaronder de historiek van het kapitaal, dat in de polis wordt ondergebracht, en de kwalificatie van een dergelijke planning als fiscaal witwasmisdrijf.
De reikwijdte van de fiscale radar werd inmiddels uitgebreid, een eerste maal in 2012 door de invoering van de aangifteverplichting van het bestaan van buitenlandse beleggingsverzekeringen in de aangifte personenbelasting. En nu is er de nieuwe CRS, die ook verzekeringsproducten (zowel tak 21 als tak 23) omvat. De buitenlandse verzekeraar moet nu de naam van de verzekeringsnemer en de waarde van de polis bekendmaken en deze informatie zal worden doorgegeven aan de woonstaat van de belastingplichtige.
2. Buitenlandse vermogensstructuren
Meer gesofistikeerde internationale planningen kunnen diverse vormen aannemen, waaronder structuren zonder rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld trusts) dan wel structuren met rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld een buitenlandse vennootschap). Belgische rijksinwoners kunnen vermogensbestanddelen (al dan niet met een in België belaste oorsprong) in een dergelijke structuur ondergebracht hebben.
Ook hier heeft zich de afgelopen jaren reeds een kat-en-muisspel afgespeeld, met een zoektocht van belastingplichtigen naar mogelijke juridische structuren, die door de Belgische fiscus zoveel mogelijk ongemoeid worden gelaten. De evoluties op dit vlak zijn nog in volle gang, vooral na de invoering van de aangifteverplichting voor buitenlandse structuren en de bijhorende “Kaaimantaks” in 2015. Voor belastingplichtigen en hun juristen vormt de Kaaimantaks een zware juridische kluif met talrijke vragen en ook een aantal onlogische situaties, waarbij men riskeert belasting te moeten betalen op sommen, die uiteindelijk aan een andere persoon worden of zullen worden uitgekeerd.
In een aantal recente rulings werd een eerste licht op de situatie geworpen. Er blijft echter nog veel onzekerheid over deze rulings, die niet alle mogelijke scenarios dekken, en die ook niet steeds voldoende nauw aansluiting vinden met de letter van de wet.
Voor fiscale immigranten, die hun vermogen hebben opgebouwd gedurende jaren, waarin ze buiten België woonden en werkten, en die op een bepaald moment beslissen zich in België te komen vestigen (bijvoorbeeld om er te komen wonen en werken) zal de Kaaimantaks ongetwijfeld tot hoofdbrekens aanleiding geven. Dit is des te meer het geval wanneer de betrokkenen afkomstig zijn uit landen, waarin dergelijke planningen volkomen normaal en rechtmatig zijn (bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, India, …).
Het gaat hier over belastingplichtigen, die te goeder trouw hun planningen tot stand brachten in een ander land, en die vervolgens dreigen om in België toch nog op de fiscale strafbank te belanden.
Ook op dit vlak zal bijkomende druk ontstaan door de implementatie van de CRS en de internationale uitwisseling van gegevens over de identiteit van de uiteindelijke gerechtigden van private vermogensstructuren en over de belegde gelden en opbrengsten ervan.
De juiste aangifte
Afgezien van de problematiek van in het verleden niet correct aangegeven inkomsten is het des te belangrijker om vanaf de invoering van de CRS elk jaar zorg te dragen voor een juiste belastingaangifte.
Belgische rijksinwoners zijn ertoe gehouden om elk jaar hun belastbare inkomsten keurig aan te geven in de aangifte in de personenbelasting. Hierbij dienen ze minstens drie belangrijke beslissingen te nemen:
Hieruit blijkt dat ook belastingplichtigen, die volkomen te goeder trouw aan hun fiscale verplichtingen wensen te voldoen, niet gespaard blijven van de nodige kopzorgen en vraagstukken. Het is immers van belang dat de via CRS uitgewisselde data achteraf ook teruggevonden kunnen worden onder de juiste rubrieken in de Belgische belastingaangifte en dat er geen nieuwe discussies ontstaan over de samenstelling van de aangegeven bedragen.
De vlucht vooruit
Als we toch nog eens terugkijken naar de groep van belastingplichtigen met beperkte burgerzin is de kans niet onbestaande dat ze, ondanks alle voormelde evoluties en trends, toch nog in de verleiding zouden komen om te trachten verder te vluchten voor de belastingplicht, die eigen is aan hun fiscaal statuut als Belgisch rijksinwoner.
Dit kan dan aanleiding geven tot nog meer verfijnde en complexe vermogensstructuren. Het risico, dat hieraan verbonden is, kan enkel maar van jaar op jaar verder toenemen naargelang de opsporing van buitenlandse belastbare materie in de toekomst verder zal evolueren en de sociale acceptatie van belastingvlucht verder afneemt.
In de meest extreme vorm kunnen belastingplichtigen zelfs overwegen zichzelf van het grondgebied te verwijderen en hun fiscale woonplaats te verhuizen naar het buitenland, zodat ze niet langer onder de aanknopingspunten van de Belgische fiscale wetgeving ressorteren.
Of dit op termijn voor hen ook effectief soelaas biedt hangt van veel factoren af. De gevolgen van een fiscale emigratie zijn niet onbelangrijk, temeer daar de emigratie in eerste orde een reëel karakter moet hebben en men effectief talrijke banden met België dient te verbreken. De Belgische rechtspraak over deze materie is traditioneel bijzonder streng en bij de minste twijfel zal er toch nog Belgische belastingplicht worden weerhouden. Een andere vraag is uiteraard de situatie in het nieuwe woonland en de vraag of men daar niet van de fiscale regen in de drop zal vallen.